foto's op flickr |
||||
|
17 juli 2005 23°C
Vandaag op tijd weg uit Canmore, want we rijden over de Icefields Parkway naar Jasper (230 km vanaf Lake Louise) en willen onderweg nog de wandeling naar Parker Ridge doen. Dit is werkelijk één van de mooiste bergroutes ter wereld en gaat dwars door ongerept Canada. De weg volgt de valleien en rivieren van de Bow, Mistaya, North-Saskatchewan, Sunwapta en Athabasca River. Er liggen 12 grote ijsvelden, waarvan vijf zichtbaar van de weg en iemand telde hier meer dan 600 gletsjers vanuit de auto. Ik heb dat ook even gedaan, telde er al snel zo'n 100 en ben toen maar gestopt, gewoon teveel. Je mag niet hard rijden: maximaal 90 km per uur, op sommige stukken 70 km per uur: het is vaak druk en dat voorkomt ongelukken en aanrijdingen met beesten. Er is redelijk wat kans om wildlife te zien. Bij stops in de zomer ook veel muggen, smeer je van tevoren even goed in, dan kun je straks rustig genieten van de vele uitzichten. De route begint vanaf Lake Louise en bevat vele hoogtepunten:
hoogtepunten op de Icefields Parkway; alle stopplekken en uitzichtpunten
staan goed aangegeven op borden langs de weg:
Er is een aantal opties om de benen te strekken. Maak een keuze welke je wilt doen. De mooiste en niet te missen zijn Peyto Lake en Parker Ridge. Dagwandelingen aan de Icefields Parkway zijn ook mogelijk, zie daarvoor ons reisverhaal van 2008. Alle wandeltips op een rij: (1) het uitzichtspunt naar Peyto Lake, heen en weer een half uurtje, (2) naar Mistaya Lake, ongeveer 5 minuten, (3) een wandeling van een kwartier tot half uurtje langs Mistaya canyon, (4) bovenop de bergtop van Parker Ridge, totaal een uur, (5) naar de Athabasca Glacier, heen en terug een half uurtje, (6) de kloof bij Sunwapta Falls, iets van een half uur, (7) naar Horseshoe Lake is niet zo ver, heen en terug 15 minuten en tot slot (8) Valley of the Five Lakes, met zo'n 5 km ben je een uur zoet. |
Bow Glacier en Bow Falls | bighorn sheep |
Deze weg hebben we een paar jaar terug ook gereden, maar niet met zulk mooi weer als nu. En de weg is toch op z'n mooist als het zonnetje schijnt. Een uitgebreide beschrijving vind je in het boek van Graeme Pole, Canadian Rockies. Elk bochtje, elke stopplaats en alles wat je wilt weten staat erin (pag. 163 - 217). Eén van de absolute hoogtepunten komt al snel: zicht op Peyto Lake. Het uitzichtpunt ligt op Bow Summit op 2.069 m, met zicht op het meer en de Mistaya Valley. Kom je hier in mei, dan is het meer nog gewoon bevroren. Op dit uitzichtspunt is de sneeuw eind juni pas verdwenen. Nu met het zonnetje ligt het er prachtig bij:
uitzicht op Peyto Lake
De typische kleur ontstaat omdat het meer wordt gevoed door smeltwater van de Peyto- gletsjer, waarbij hele kleine deeltjes sediment ('rock flour') worden meegevoerd. Door weerkaatsing van het licht zien we deze kleur. We hebben hier al eerder gestaan, en het weer is (natuurlijk) van grote invloed op je uitzicht. Zoals hierboven op de foto is het erg mooi, met zon en wat wolken. De schaduwen van de wolken zie je mooi op het wateroppervlak en de zon zorgt voor voldoende licht in de vallei. Als je iets verder omhoog loopt, laat je de mensen achter je en krijg je een nog mooier uitzicht. Zie hiervoor ons reisverhaal van 2008.
We volgen de weg en komen bij Mistaya Lake, een plek waar niet veel mensen uitstappen. Het is hier prachtig, wel weer muggen, maar van de andere kant van het meer horen we driemaal wolvengehuil. De wolven die hier leven in deze vallei vormen één troep, het zijn er een stuk of 25. Ze hebben een leefgebied dat uitstrekt tot aan Banff, waar ze in de winter worden gezien bij de Vermillion Lakes.
Waterfowl Lake en Continental Divide | mountain goats |
Hierboven een foto met de Continental Divide: de waterscheiding van het Noord-Amerikaanse continent. Aan deze kant stroomt het water uiteindelijk via de Hudson Bay naar de Atlantische Oceaan en juist ten westen van deze grens stroomt het water in de Pacific ('De Grote Oceaan'). We zien hier ook nog net Mount Chephren (3.307m), de Kaufmann Peaks en verderop Mount Sarbach. We rijden verder, komen langs The Saskatchewan Crossing. Hier is een afslag naar de David Thompson Highway (Hwy 11), de snelweg naar Red Deer. Hier kun je tanken en wat eten en drinken. Dan volgen de zanderige vlaktes van de Graveyard Flats, de Weeping Wall en het uitzicht bovenop Big Bend Hill. Alledrie de moeite waard om te bezichtigen.
Cirrus Mountain Viewpoint: uitzicht vanaf Big Bend Hill
We rijden door en hebben zin om de benen te strekken. Hiervoor hebben we het uitzichtspunt van Parker Ridge uitgekozen: zicht op de de Saskatchewan Glacier. Het is heen en weer een kleine 5 km, zo'n 1½ uur lopen met een stijging vanaf de parkeerplaats op 1.997m naar de top op 2.256m. En de moeite waard, want je stapt zo de alpine wereld in. Het is wel koud en winderig, dus handschoenen aan en een dikke trui. Werkelijk prachtig.
lopend naar de top van Parker Ridge
We bezoeken dit jaar niet het Columbia Icefield, dat hebben we al eens eerder gedaan. We stappen wel even uit om te genieten van het uitzicht. Het is wel spectaculair hoor, als je te voet of in een zogenaamde snocoach de gletsjer betreedt.
Athabasca Glacier
De Tangle Falls rechts van ons hebben we al eens eerder bekeken. We rijden door naar de Sunwapta Falls. Rechts van ons doemt dan de Endless Chain Ridge op, ook weer indrukwekkend. Dan krijg je een kruising met de Athabasca Parkway, dat is Hwy 93A. Leuke weg om te doen, met o.a. de afslag naar Mount Edith Cavell. En op de kruising heb je weer een waterval: de Athabasca Falls.
de Sunwapta Falls | ...en de Athabasca Falls |
Vlak voor deze waterval zagen we onze eerste beer dit jaar. Niet echt scherp voor de lens, maar dat komt nog wel. Zie trouwens de pagina met Tips over de locaties waar je een grote kans hebt om beren te spotten. We naderen nu snel Jasper, de optie voor nog een wandeling (Valley of the Five Lakes), doen we op de terugweg over een week. Nu zoeken we onze B&B op en gaan effe lekker eten bij Earls.
vorige pagina | volgende pagina |